Problemen in de zorg voor niet-westerse allochtonen zijn vaak terug te voeren op niet passende reacties van zorgverleners op een lage Nederlandse taalbeheersing, misverstanden door onvoldoende geëxpliciteerde, vaak cultureel bepaalde, verschillen in verwachtingen van de zorg, en onbewuste vooroordelen en stereotypen bij zorgverleners. Onbewuste vooroordelen worden vaak gevoed door mediaberichten en beelden rondom niet westerse allochtonen. Die berichten gaan vaak over negatieve zaken. Hoe anders zou het zijn, als er meer positieve berichten over niet-westerse allochtonen in de media zouden verschijnen. Hoe anders zou het zijn, als zorgverleners meer aandacht zouden hebben voor de wensen en behoeften van de niet-westerse allochtoon. In de marketing wordt veel geïnvesteerd om achter de wensen en behoeften van potentiele klanten te komen. Het aantal niet-westerse allochtonen (meer dan 12% van de bevolking) maakt het interessant om zorgaanbieders te stimuleren zich meer te verdiepen in dit marktaandeel.
Kwalitatief goede zorg kost geld. Aan zorgaanbieders worden hoge eisen gesteld om de kwaliteit te bewaken. Dit gaat gepaard met een ingewikkeld stelsel van regels en tijdsinvestering per patiënt. Afwijken van de norm kan de zorgorganisatie in problemen brengen. “Zorg op maat” betekent echter, dat je moet luisteren naar de wensen en behoeften van de patiënt. Bij laaggeletterden en kwetsbare ouderen levert het streven naar “zorg op maat” in combinatie met de complexe declaratieregels problemen op, is de redenering. Dat hoeft niet het geval te zijn, zegt Dr. Jos van Campen van MC Slotervaart in Amsterdam. Hij trekt standaard een half uur uit voor een laaggeletterde patiënt en maakt bovendien gebruik van een professionele tolk. Die extra aandacht is nodig om de juiste diagnose vast te kunnen stellen door goed en rechtstreeks met de patiënt te communiceren. Zijn poli staat nu bekend als de “migrantenpoli”. Door het tonen van respect en vertrouwen delen de patiënten veel meer informatie met de dokter. Zij hebben dan geen behoefte meer om in de landen van herkomst een eigen arts of andere alternatieve vertrouweling te raadplegen. Deze manier van werken levert ook meer informatie op over diverse ziektebeelden, die vaker voorkomen bij bepaalde etnische groepen. Diabetes en hart- en vaatziekten komen vier keer vaker voor bij Hindoestanen en Marokkanen, dan onder Europeanen. Dementie onder niet-westerse allochtonen komt vaker voor, maar wordt door onvoldoende achtergrondkennis niet tijdig ontdekt. Gemakshalve wordt aangenomen dat er sprake is van een taalprobleem. Gelukkig komen de ziekenhuizen in de grote steden tot andere inzichten en wordt nu zelfs wetenschappelijk onderzoek gedaan, bijvoorbeeld naar medicijngebruik bij bepaalde etnische groepen, maar ook naar de verschillen tussen mannen en vrouwen. Die extra tijdsinvestering wordt gemakkelijk “terugverdiend” zegt dr. Jos van Campen, omdat er minder behoeft te worden geëxperimenteerd en omdat de patiënt een veel tevredener gevoel heeft bij de behandeling. Deze succesvolle aanpak wordt nu ook overgenomen door het Erasmus MC en het Havenziekenhuis te Rotterdam. Door deze manier van communiceren en bejegenen wordt minder afgegaan op vooroordelen en/of stereotypen. Altijd navragen, nooit aannemen (ANNA) is het devies. Dat navragen levert openhartige gesprekken op, zelfs over gevoelige onderwerpen.
Vaak wordt vanzelfsprekend aangenomen dat de kinderen van niet-westerse allochtonen voor hun ouders moeten zorgen en hun behulpzaam moeten zijn. De kinderen willen dat wel, maar door omstandigheden is dat niet altijd mogelijk. Daarnaast zijn allochtone kinderen beter geïntegreerd in de Nederlandse samenleving dan hun ouders. Vanuit hun meer Westers perspectief schatten zij de behoeften van hun ouders vaak verkeerd in. Daarnaast wordt mantelzorg onder allochtonen sinds kort ontmoedigd door de “mantelzorgboete”. Die boete krijgt de oudere opgelegd als hij/zij een mantelzorger in huis neemt. Deze mantelzorgboete wordt gegeven aan AOW-ers, die een aanvullende uitkeringsondersteuning (AIO) krijgen op hun verkorte AOW, omdat ze geen 50 jaar in Nederland hebben gewoond. 90% van de niet-westerse allochtonen vallen onder deze onvolledige AOW.
Het zorgstelsel in Nederland verandert in hoog tempo. Voor laaggeletterden en kwetsbare ouderen is dat niet bij te houden. Vandaar dat het Ministerie van VWS gestart is met een groot voorlichtingsproject om iedereen te informeren over de veranderingen in de zorg. IederIn coördineert deze voorlichting en via NOOM hebben in 1 jaar tijd tot nu toe meer dan 9.000 (oudere) migranten aan de voorlichting deelgenomen. De behoefte is groot. De voorlichting wordt verzorgd door getrainde vertrouwenspersonen uit eigen kring (samenredzaam). Door goede informatie te verstrekken, die aansluit bij de belevingswereld van de diverse niet-westerse allochtonen, worden ze bewust gemaakt van het probleem, en zijn daardoor beter in staat om zelfredzaam te worden. Daardoor leren ze beter de juiste weg naar zorg te vinden.
Het mes snijdt dus aan twee kanten. Niet-westerse allochtonen worden enerzijds beter geïnformeerd wat de zorgmogelijkheden in Nederland zijn. Aan de andere kant moeten zorgverleners meer openstaan om aandacht te hebben voor de wensen en behoeften van de niet-westerse allochtoon. Zorg op maat betekent immers dat elke patiënt uniek is en de behandeling verdient die bij hem/haar past.
Als deze werkhouding breed zou worden gedragen, gaan de zorgkosten sterk omlaag, want uitproberen van een behandeling of een medicijn komt te vervallen. Altijd navragen, nooit aannemen, bespaart zorgkosten.